Stap 1
Controleer of de druk op de drukmeter van het toestel hoger is dan 1 bar. Als de druk lager is, moet de cv-ketel worden bijgevuld.
Stap 2
Zet de thermostaat op de laagste stand. Schakel vervolgens de cv-ketel uit. Als de installatie een digitaal display heeft, schakel deze uit via de aan-uitknop. Bij systemen zonder digitaal display, haal de stekker uit het stopcontact. Laat de cv-ketel eerst afkoelen (15 minuten). Bijvullen van koud water in een warm toestel kan schade veroorzaken.
Stap 3
Plaats een emmer onder het uiteinde van de slang om eventueel lekken op te vangen. Sluit de vulslang aan op de koudwaterkraan. Vul de vulslang langzaam zodat er geen lucht meer in zit. Draai dan de waterkraan dicht.
Stap 4
Sluit de vulslang aan op de vulkraan van de cv-ketel en draai deze goed vast.
Stap 5
Open de waterkraan en vervolgens de vulkraan van de cv-ketel. Draai de vulkraan van de cv-ketel een kwartslag. Als de druk op 2 bar staat, sluit eerst de vulkraan en dan de waterkraan. Koppel de vulslang af en laat het resterende water in de slang in een emmer lopen. Bewaar de vulslang dicht bij de cv-ketel.
Stap 6
Zet de cv-ketel weer aan. Steek de stekker in het stopcontact en zet de kamerthermostaat terug op de gewenste stand.